• poes1

  • konijnen

  • honden

  • konijn-cavia

  • vogels

  • kat-hond

  • cavias

Hyperthyreoïdie

Een te snel werkende schildklier: Hyperthyreoïdie

Oorzaak:

Hyperthyreoïdie wordt veroorzaakt door een overactieve schildklier. De schildklier is een orgaan dat in de hals tegen de luchtpijp aan ligt. Het bestaat uit 2 lobben. De schildklier maakt het schildklierhormoon aan, ook wel T4 genoemd. Het hormoon beïnvloedt eigenlijk alle organen en heeft een groot effect op de stofwisseling.

Als een schildklier veel te hard werkt, dus teveel hormonen produceert, dan spreken we van hyperthyreoïdie. Het teveel aan hormoon wordt vaak veroorzaakt door een goedaardige tumor van de schildklier, vaak van 1 lob. Doordat de stofwisseling te snel gaat, moet onder andere het hart extra hard werken en kan er een verdikking van de hartspier optreden. Ook kan er bijvoorbeeld een verhoogde bloeddruk optreden. Het is dus erg belangrijk dat er tijdig behandeld wordt.

Meest voorkomende symptomen:

  • Vermageren: de kat vermagert ondanks een goede/zeer goede eetlust. Als er teveel T4 aanwezig is, gaat de stofwisseling ook veel harder. Door een snelle stofwisseling gaat het energieverbruik ook erg omhoog. Het gevolg is dat de kat erg afvalt, ondanks dat de kat erg veel eet.
  • Vachtverandering: vaak hebben ze een mottige vacht, doordat ze hun eigen vacht niet meer verzorgen.
  • Gedrag: de kat is overactief en onrustig, zoekt koelere plekken op, miauwt veel, loopt onrustig door het huis.
  • Veel drinken/veel plassen: vooral de toename in drinken kan zijn opgevallen.
  • Braken/diarree komt af en toe voor.  Uit bloedonderzoek blijkt dat het schildklierhormoon sterk verhoogd is.        
  • Het lichamelijk onderzoek is een belangrijk onderdeel van het stellen van de diagnose. We zien vaak een oudere kat met (vaak) een spitse kop, die aan het vermageren is. De hartfrequentie is verhoogd. Meestal is een vergrote schildklier te voelen in de hals, maar dit is niet altijd het geval.

Diagnose:

Het lichamelijk onderzoek is een belangrijk onderdeel van het stellen van de diagnose. We zien vaak een oudere kat met (vaak) een spitse kop, die aan het vermageren is. De hartfrequentie is verhoogd. Meestal is een vergrote schildklier te voelen in de hals, maar dit is niet altijd het geval.Uit bloedonderzoek blijkt dat het schildklierhormoon sterk verhoogd is.

Therapie: afwegingen

Er zijn verschillende manieren om hyperthyreoïdie te behandelen. Iedere behandelmethode heeft voor- en nadelen en de keuze is afhankelijk van meerdere factoren zoals:

  • Hoe oud is de kat?
  • Heeft de kat tegelijkertijd ook nierfalen?
  • Komt de kat buiten, is de kat een jager?
  • Zijn er makkelijk tabletten aan de kat te geven?
  • Wat zijn de kosten?  

Therapie: mogelijkheden

  1. Medicatie om de schildklier af te remmen:
    Deze therapie is levenslang. De kat krijgt (gemiddeld) 2 keer daags een tablet. De eerste paar maanden kan de kat bijwerkingen vertonen van de medicatie, zoals braken, diarree, slechte eetlust, jeuk en plekken op de kop. Voor de katten die moeilijk zijn met pillen ingeven, bestaat er een zalf die 1 keer per dag aan de binnenkant van de oorschelp gesmeerd moet worden. Controle van de juiste dosering bestaat uit het doen van bloedonderzoek met enige regelmaat. Een maand na de start van de therapie, daarna na 3 maanden en vervolgens 2 keer per jaar.
  2. Operatief schildklierlob verwijderen:
    De vergrote lob wordt chirurgisch verwijderd. Het dier zal eerst 4 weken aan de pillen moeten, zodat het schildklierhormoon al wat gezakt is voor de operatie. De andere lob produceert nog voldoende hormoon. Nadeel: het dier moet onder narcose en het narcose risico is groter dan bij gezonde katten. In een groot deel van de patiënten zien we dat de andere lob ook na verloop van tijd hyperproductief wordt. Dit gebeurt in 70 % van de gevallen. De patiënt zal dan weer therapie nodig hebben. Wanneer men er zeker van wil zijn of 1 of beide lobben aangedaan zijn, moet er een scintigrafie gedaan worden. Een scintigrafie gebeurt onder sedatie en er wordt radioactief jodium ingespoten, waarna er een scan wordt gemaakt.  Met zo’n scan wordt het overactieve schildklierweefsel in beeld gebracht. Dit onderzoek kan slechts op enkele plekken in Nederland worden uitgevoerd.
  3. Y/D voer van Hill’s:
    Dit is een voeding waarin beperkt jodium zit. Jodium is namelijk nodig voor de productie van schildklierhormoon. De aanmaak van dit hormoon zal verminderen doordat er minder jodium aanwezig is. Voorwaarde is wel dat deze kat niets anders eet dan dit; geen ander voer, geen snoepjes en niet jagen buiten. Voor katten die buiten komen en daar van alles snoepen (muisjes, brokjes bij de buren) is dit niet een geschikte therapie, want is dan onwerkzaam. Controle of het voer goed aanslaat bestaat uit het doen van bloedonderzoek met enige regelmaat. Een maand na de start van de therapie, daarna na 3 maanden en vervolgens 2 keer per jaar. Indien er andere katten in huis zijn en ze allemaal uit dezelfde bak eten, kunnen deze ook van het voer krijgen. Ze moeten dan wel 2 keer per week ook wat ander voer krijgen.
  4. Radioactief jodium:
    Radioactief jodium wordt toegediend via een injectie. Deze methode is erg betrouwbaar, namelijk 95% van de katten geneest. Het radioactieve jodium wordt ingebouwd in de schildklier en vernietigt ter plekke het overactieve weefsel. Deze therapie kan in 1 kliniek in Nederland, in het zuiden van het land, of in België worden uitgevoerd. De kat moet dan 1 week in de kliniek verblijven. Hierna is de kat nog een maand radioactief en dus een risico voor zwangeren, zieken en kinderen. Deze therapie is ook tevens de duurste, namelijk ongeveer 1000 euro.

Mocht u nog vragen hebben, kunt u altijd contact opnemen met
Dierenartsenpraktijk Beijum
Tel.: 050-5410740